In de loop der tijd hebben we steeds minder last van de hazelnootboorder in onze hazelnootboomgaard, vergeleken met de eerste jaren. Koolmezen en andere kleine vogels helpen ons bij de bestrijding van deze plaag. Vandaar dat er veel nestkastjes hangen, verspreid in de boomgaard.
De nestkastjes , gemaakt van een dikke berkentak, hebben het nadeel dat spechten, spreeuwen en eekhoorntjes dit ook een mooi onderkomen vinden. Het invlieggat wordt eenvoudig op maat gemaakt door deze vogels. Spreeuwen kunnen voldoende nestelen onder de oud- Hollandse pannen op het dak van de schuur.
Tijd om nieuwe nestkastjes in de bomen te hangen die alleen bedoeld zijn voor koolmezen, bonte vliegenvangers, kuifmezen, gekraagde roodstaart , huis- en ringmussen.
Voor deze soorten bevestigen we een metalen invliegplaatje van 32 mm op de houten nestkast , zodat eekhoorns, spechten en andere roofdieren de invliegopening niet groter kunnen maken en niet bij de jonge vogels kunnen komen.
Voor de kleinere mezen zoals de pimpelmees en de zwarte mees hangen we nestkastjes op met een invliegplaatje van 28 mm.
